Groente zaaien: zo ga je te werk!
Je wilt zelf groenten gaan kweken. Maar hoe ga je precies te werk? Wij vertellen je alles wat je moet weten om te kunnen starten. Zo kun je groente zaaien.
Voorbereiding
De belangrijkste informatie over het zaaien vind je op de verpakking van de zaadjes. Denk hierbij aan het juiste zaaimoment en de behoefte aan zon. Lees deze informatie dan ook altijd goed. Zorg dat je voor je begint een duidelijk plan hebt gemaakt en je tuin ingedeeld hebt. Heb je de indeling gemaakt? Bereid je grond dan goed voor.
Het juiste moment
Op welk moment je begint met zaaien, is afhankelijk van de soort groente, van het weer en de plek waar je wilt zaaien. Je kunt er namelijk voor kiezen om in een tuinkas of binnenshuis in opkweekpotten of een kweekkasje voor te zaaien, of meteen buiten in de vollegrond. Zaaien in een kweek- of tuinkas kan bij sommige groenten al vanaf januari-februari. Kies je voor zaaien in de vollegrond, dan kun je in principe halverwege april aan de slag. Maar, let goed op! Is de grond nog bevroren en vriest het nog, dan zal je uiteraard nog even geduld moeten hebben.
Om een duidelijk overzicht te krijgen wanneer je kunt beginnen met zaaien, kun je gebruik maken van onze zaaikalender.
Buiten of binnen groente zaaien?
In de vollegrond, binnen in een kweekkasje… er zijn verschillende mogelijkheden voor het zaaien. We nemen er een paar met je door en leggen uit hoe je zaait. Let er altijd op dat je de zaden dun zaait om te voorkomen dat de zaailingen elkaar straks verstikken. Zaai ook niet te veel in één keer om te voorkomen dat je oogst groter is dan je op kunt. Kies er liever voor om een paar weken later nog eens te zaaien zodat je een langere periode van je eigen groenten kunt genieten.
In de vollegrond groente zaaien
Vanaf half april, mits er geen vorst meer voorspeld wordt, kun je je groenten in de vollegrond gaan zaaien. Houd hierbij ook in de gaten of de grond al genoeg op temperatuur is. De meeste groenten zaai je het beste als het buiten tussen de 15 en 20 graden is, maar raadpleeg de verpakking om zeker te weten dat je goed zit.
In de vollegrond kun je het beste in regels zaaien. Je maakt dan geultjes voor de zaden. Het voordeel hiervan is, dat je in één oogopslag kunt zien wat je zaailingen zijn en wat onkruid is. Om je hierbij te helpen, kun je bijvoorbeeld een draad boven het geultje spannen.
Binnen voorzaaien
Als het nog niet warm genoeg is om buiten te zaaien, kun je binnen alvast voorzaaien. Voor sommige groenten, zoals (tuin)bonen is dit sowieso nodig. Het voordeel van binnen voorzaaien is dat deze groenteplantjes minder kwetsbaar zijn tegen de tijd dat je ze buiten uitplant. Voorbeelden van groenten die je kunt voorzaaien zijn andijvie, broccoli, kolen als boerenkool en bloemkool, maar ook zonminnende groenten als paprika’s en pepers.
Je kunt hierbij gebruik maken van kweekkasjes of opkweekpotjes die je in huis of in een kas zet. Houd er wel rekening mee dat je de voorgezaaide plantjes 1 á 2 weken moet afharden voor je ze buiten uitplant. Door ze vanaf begin mei een paar uurtjes per dag buiten te zetten, kunnen de planten wennen aan de koude(re) temperatuur.
Om je jonge groenteplantjes tegen de kou te beschermen, kun je er ook voor kiezen om er een lage folietunnel overheen te plaatsen. Het voordeel hiervan is dat je, wanneer de buitentemperatuur goed is, de folie gemakkelijk kunt verwijderen en de planten niet meer hoeft te verplanten.
Diepte
Hoe diep moet je nou zaaien? Het hangt er vanaf hoe groot het zaadje is, maar als vuistregel kun je ongeveer 2,5 keer de grootte van het zaadje als diepte hanteren. Voor kleine zaadjes kan een paar millimeter dus al voldoende zijn. Grotere zaden zoals bijvoorbeeld tuinbonen, bedek je met wat meer grond. Let vooral op dat de zaden niet te diep in fde grond terecht komen. Gebeurt dit wel, dan is de kans groot dat ze niet zullen kiemen
Water geven
De zaadjes zitten in de grond en het wachten kan beginnen. Het is belangrijk dat je de grond van genoeg water voorziet. Te veel water kan rotting veroorzaken, bij te weinig water drogen de zaailingen uit. Hoe je precies te werk gaat lees je hier.
Gemakkelijk zaaien
Er zijn verschillende hulpmiddelen om het zaaien gemakkelijk te maken. Deze zijn handig voor zowel de beginnende als de gevorderde moestuinier. Je kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld pillenzaad en zaadmatjes. Hier lees je meer over gemakkelijk zaaien met pillenzaad en zaailint. Andere hulpjes die het zaaien gemakkelijker maken zijn bijvoorbeeld een pottenpers of zaadstrooier. Met een pottenpers maak je gemakkelijk 'blokjes' aarde waar je in kunt zaaien en die je later in de vollegrond kunt uitplanten. Een zaadstrooier maakt het nauwkeurige zaaien een stuk gemakkelijker. Lees meer over hulpjes bij het tuinieren.