Afharden: zo bereid je de planten voor op de kou
Wennen
Planten die binnen zijn gezaaid en opgekweekt, kunnen niet zomaar naar buiten. Ze zijn hier te zwak voor. Om ze sterker te maken, zul je ze moeten afharden. Door planten af te harden laat je ze langzaam wennen aan de koude temperatuur buiten. Dit is van groot belang, want zou je binnen opgekweekte planten direct buiten in de kou neerzetten, dan is de kans groot dat ze het niet lang redden.
Het afharden van planten doe je begin mei, wanneer er geen (nacht)vorst meer verwacht wordt; officieel is dit vanaf half mei, na de zogenoemde IJsheiligen, maar beter houd je de weermannen en -vrouwen in de gaten. Plaats de plantjes overdag een paar uur buiten. Dit doe je op een beschutte plek waar ze geen last hebben van de wind en niet in de volle zon staan.
Op de eerste dag laat je de planten zo’n drie tot vier uur buiten staan. In de volgende vijf tot zeven dagen laat je de planten steeds één of twee uur langer buiten staan. Na die dagen zijn je planten al sterker geworden en kunnen ze een nachtje buiten blijven staan.
Mocht het ineens toch nog flink koud worden, dan haal je de plantjes uiteraard weer naar binnen.
Uitplanten
Zo’n beetje na IJsheiligen (van 11 t/m 14 mei), aan het einde van mei of het begin van juni zijn je planten wel gewend aan de buitentemperatuur. Dit is dan ook het moment dat je ze definitief in de tuin kunt uitplanten.
Ook pot- en kuipplanten die je binnen hebt laten overwinteren, moet je op deze manier afharden, voor je ze weer buiten neerzet.
Tip: Om het afharden wat gemakkelijker te maken, kun je de plantjes op grote dienbladen zetten zodat je ze gemakkelijk naar binnen kunt brengen. Wanneer ze in de schuur mogen staan kun je ze op een kruiwagen of ander verrijdbaar wagentje zetten om het verplaatsen wat makkelijker te maken.