Water geven doe je zo
Wanneer je planten in de vollegrond water geeft, is grotendeels afhankelijk van het weer. In de herfst, wanneer het volop regent, krijgen je planten meestal voldoende water van Moeder Natuur. In droge perioden in de zomer kan het zijn dat je de natuur een handje moet helpen.
Je kunt water geven met de gieter, tuinslang (met spuitpistool of een sproeier) of een watergeefsysteem aanleggen. Hierover verderop meer. Er zijn wel een paar regels die je in acht moet nemen wanneer je je planten water geeft.
Je doet dit het best in de vroege ochtend of de avonduren. Dit zodat het water minder snel verdampt. Daarnaast verklein je hiermee de kans dat de bladeren verbranden. Overdag, in de volle zon, kunnen de waterdruppels op de planten als een soort lensje fungeren en schroeiplekken op de plant veroorzaken.
Verder kun je beter twee keer per week veel water geven, dan iedere dag een beetje. Geef je iedere dag een beetje water, dan is de kans groot dat het water al verdampt is voor het de diepere wortels kan bereiken.
Je kunt het beste regenwater geven, want kraanwater kan te veel kalk bevatten voor jouw planten. Wat de hardheid van het kraanwater in jouw woonplaats is, kun je checken bij het waterbedrijf in jouw regio. Je kunt ook de behoeften van je planten opzoeken om erachter te komen of jouw kraanwater geschikt is voor de planten in je tuin. Met een regenton kun je regenwater gemakkelijk opvangen. Dit is minder belastend voor het milieu dan kraanwater en past dan ook perfect bij een ecologische tuin.
Potten en bakken
Planten in potten en bakken, zoals bij een hanging basket of een moestuin in potten, moet je regelmatig water geven. Zij kunnen (mede afhankelijk van het weer en het type pot) snel uitdrogen. Voel regelmatig of de aarde nog vochtig genoeg is en geef zo nodig water. Vooral op warme zomerdagen kunnen planten snel uitdrogen! Water geven doe je het best met een gieter of tuinslang. Voor kwetsbare plantjes kun je het best een broes gebruiken.
Zaadjes/zaailingen
Ook zaadjes en zaailingen moet je regelmatig van water voorzien. Omdat de zaailingen vaak erg kwetsbaar zijn, moet je hier voorzichtig zijn met water geven. Geef je te weinig, dan verdorren de zaailingen, geef je te veel, dan kunnen de worteltjes gaan rotten. Voel regelmatig of de aarde nog vochtig is.
Je kunt hier het best water geven met een gieter met fijne broes of met een drukspuit. Dit is een opzetstukje dat je op iedere PET-fles kunt schroeven en waarmee je fijne, zachte waterstralen krijgt. Kweek je je zaailingen op in een zaaitray? Dan kun je hier ook een speciale bewateringsmat onder leggen. Zo’n bewateringsmat zorgt voor constante en gelijkmatige bewatering, zodat de wortels voldoende water kunnen opnemen.
Drupppelslang
Er zijn verschillende manieren waarop je je tuin automatisch van water kunt voorzien. Een voorbeeld hiervan is door middel van een druppelslang. Deze flexibele slang met gaatjes, die je aansluit op een kraan, kun je in het perk of moestuinbed leggen waar hij je planten druppelsgewijs van water voorziet. . De druppelaars verbind je aan een slang, die je aan de kraan of tuinslang vastmaakt.