Peulen/ Bonen zaden
Bonen behoren tot de familie van de vlinderbloemigen (Papilionaceae). Op de wortels, van de tot deze familie behorende planten, treft men kleine, ronde knolletjes aan, die door bacteriën zijn gevormd. Deze knolletjes worden Rhizobien genoemd en zijn in staat om de stikstof in de lucht om te zetten in
organische stikstofverbindingen, die door plantenwortels kunnen worden opgenomen. Bij alle vlinderbloemigen kan men dus volstaan met een zeer geringe stikstofbemesting.
Bij het telen van bonen, waarvan de peulen gebruikt worden als groente, maken we een onderscheid aan de hand van de 2 groeivormen;
STAMBONEN
Bonen die als plant tamelijk kort blijven, zodat zij geen steunmateriaal nodig hebben. In hun opgroei zijn
zij herkenbaar aan een stompe groeipunt. Onder te verdelen in de volgende soorten:
STOKBONEN
Bonen die een lengte van twee meter en meer bereiken en zonder steunmateriaal niet tot hun recht komen. In de begingroei zijn ze herkenbaar aan een scherpe groeipunt. Per stok zaai je ongeveer 3 tot 4 zaden. Stokbonen hebben de typische eigenschap dat de stengels links windend zijn, dus tegen de wijzers van de klok in. Onderverdeeld in de
volgende soorten:
Peulen/ Bonen zaaien, kweken en oogsten
Bonen zijn gevoelig voor koud, nat en droog weer. Warm, vochtig weer is ideaal, maar een felle, scherpe zon met droge lucht wordt niet op prijs gesteld. Bonen zijn zelfbestuivend. Door insecten en wind kan er evenwel een kruisbestuiving optreden. Lees hier meer over kiemen van bonen.
Slabonen zaaien vanaf half mei tot medio juli en oogsten vanaf augustus tot september
Spekbonen zaaien vanaf half mei tot medio juni en oogsten vanaf augustus tot september
Snijbonen zaaien vanaf half mei tot medio juli en oogsten vanaf juli tot augustus
Pronkbonen zaaien vanaf half mei tot medio juni en oogsten vanaf augustus tot oktober
Peulen/ Bonen bereiden, bewaren en bijzonderheden
Omdat bonen zo gevoelig zijn voor (weers)omstandigheden en ziekten is het vaak een hele uitdaging om succesvol bonen te telen, lees hier meer tips over gewasbescherming bij bonen.
Rauwe bonen bevatten lectinen, een natuurlijke gifstof waarmee planten zich beschermen tegen vraatzuchtige insecten. Kook alle rauwe peulvruchten minimaal 10 minuten, om er zeker van te zijn dat alle antinutriënten (giftige stoffen) zoals lectinen en fytinezuur opgelost zijn in het water en gooi dit kookvocht daarna altijd weg.
TUINBONEN
Tuinbonen zaden
De tuinboon (Vicia faba) is het buitenbeentje van de familie en staat in Nederland onder meer bekend onder de namen tuinboon, labboon, flodderboon, paardenboon, grote boon, en Roomse boon. Hij behoort wel, net als de rest van de bonen, tot de vlinderbloemige planten, maar hoort officieel niet bij de bonenfamilie.
Tuinbonen zaaien, kweken en oogsten
In tegenstelling tot de andere bonen kunnen tuinbonen goed koud weer verdragen. Je hoeft dus niet te wachten tot na de ijsheiligen met het leggen van tuinbonen. In maart en april kun je al beginnen met het leggen van de bonen. Stop de bonen net zo diep als ze groot zijn. Ook al kunnen de bonen goed tegen koud weer, bij nachtvorst bescherm je ze beter wel met een vliesdoek.
Zaaien vanaf half januari onder glas. Of vanaf begin maart op regels direct in de vollegrond. Oogsten van juni tot augustus.
Tuinbonen bereiden, bewaren en bijzonderheden
Tuinbonen zijn gevoelig aan zwarte bonenluis. Ze kunnen je planten met duizenden tegelijk belagen. Je kunt dit vermijden door de bonen vroeg te ‘zaaien’ of hopen op een koel en vochtig voorjaar, dan ontwikkelen de luizen zich langzamer.