Houtige kruiden snoeien; zo doe je dat!
Waarom snoeien?
Snoeien is goed voor een plant. Door een plant te snoeien, houd je hem niet alleen goed in vorm, maar houd je hem ook gezond en bevorder je de groei van bloemen, vruchten of blad. Houtige kruiden, zoals rozemarijn en salie, kun je net als veel struiken het beste regelmatig snoeien om ze mooi compact te houden. Zou je dit niet doen, dan groeit de struik lelijk uit; de stengels verhouten, worden onderin kaal en alleen bovenin zit nog groei. Dit oogt niet erg fraai en bovendien is de kans groot dat de plant uit elkaar gaat vallen.
Welke kruiden snoeien?
Voorbeelden van houtige kruiden zijn overblijvende kruiden als tijm, lavendel, rozemarijn, salie en vast bonenkruid. Dit zijn allemaal mediterrane kruiden die houden van een warme, zonnige plek op goed doorlatende grond. Kruiden als munt en melisse, die tijdens de winter boven de grond afsterven, kun je ook snoeien. Ze zullen zich dan beter vertakken waardoor je meer blad of takjes kunt oogsten.
Hoe en wanneer snoeien?
Lavendel snoei je het beste twee keer in het seizoen. Snoei lavendel in april, als hij net weer aan de groei gaat, diep terug tot zo'n 15 cm boven de grond. Zorg echter dat je nooit tot in het kale hout knipt, maar dat er altijd jonge, groene scheuten overblijven; anders loopt lavendel niet meer opnieuw uit. Door deze sterke snoei zal de plant veel nieuwe scheutjes vormen en snel uitgroeien. Na de bloei knip je lavendel dan nog een keer licht, tot iets onder de uitgebloeide bloemstengels.
Rozemarijn en salie snoei je het beste na de bloei in juni wat terug om ze in vorm te houden, terwijl je bonenkruid in de zomer regelmatig licht knipt. Hiermee stimuleer je ook de groei.
Wil je de afgesnoeide twijgen meteen drogen? Kies er dan voor de kruiden op een warme, zonnige dag te snoeien.
Tip: Gebruik bij het snoeien altijd een scherpe snoeischaar.
Wil je meer weten over het aanleggen van een kruidentuin? Lees dan deze blog!